Schapen drijven

Als je gaat werken met een Border Collie en schapen hoop je dat de hond snel de schapen aanvoelt. Het betekent dat de hond weet wanneer en bij welke schapen hij een zodanige afstand moet bewaren dat er controle over de schapen is zonder de schapen onrustig te maken. Want voor alles is rust in een koppel schapen tijdens het hoeden een voorwaarde om te kunnen grazen. De afstand die nodig is verschilt van hond tot hond. Sommige geven zoveel druk op het koppel dat ze in de training geleerd moet worden meer afstand te bewaren. De ideale Border Collie bestaat natuurlijk niet, maar je bent als handler wel gezegend met een hond die de balance van nature heeft.
Een goede balance komt in alle onderdelen van het werk aan bod. Zowel bij de outrun, de lift, de fetch, de drive, de shed als het pennen.
Outrun, de hond gaat in een wijde boog om de schapen, naar links of rechts, om achter het koppel schapen terecht te komen. De schapen mogen niet in paniek raken.
Drive: de hond drijft de schapen weg. Bij een wedstrijd volgens een driehoekig parcours tussen hekjes door.
Lift: na de outrun brengt de hond de schapen in beweging
Fetch: de hond brengt de schapen na de lift in een rechte lijn naar de handler
Shed: De hond scheidt enkele schapen van het koppel en houdt beide groepen gescheiden.
Pennen: samen met de handler slaagt de hond er in de schapen in een afrastering of trailer te drijven.

Alle begin is moeilijk. Het gaat erom dat je niet alleen jezelf als handler kent maar zo snel mogelijk kennis opbouwt over je hond, hoe beweegt en denkt ie. Iedere hond heeft net als de mens zijn eigenaardigheden.